Rechten op periodieke uitkeringen: saldolijfrente

Een lijfrente is een recht op een periodieke uitkering. Bij een saldolijfrente hebt u (eenmalig) een bedrag als premie (koopsom) betaald, die u volgens de (verzekerings-)voorwaarden niet kon aftrekken. Bij een saldolijfrente maken we gebruik van de ‘saldomethode’. Dit betekent dat uitkeringen uit een saldolijfrente belast zijn in box 1, zodra het totaalbedrag van die uitkeringen hoger is dan het voor die saldolijfrente betaalde bedrag.

Op deze pagina:

Overgangsregeling is geëindigd op 31 december 2020

Hebt u een saldolijfrente, en hebt u die vóór 14 september 1999 afgesloten? Dan kon u 20 jaar gebruikmaken van een overgangsregeling. Tijdens de overgangsregeling hoefde u over de waarde van uw saldolijfrente nog geen belasting te betalen. Over de uitkeringen uit uw saldolijfrente betaalde u wel belasting, als het totaalbedrag van de uitkeringen hoger is dan het betaalde bedrag (de inleg). Op 31 december 2020 is de overgangsregeling geëindigd.

Hebt u in uw aangifte inkomstenbelasting over 2001 ervoor gekozen om géén gebruik te maken van de overgangsregeling, en hebt u op dat moment al belasting betaald over uw saldolijfrente? Dan valt uw saldolijfrente al in box 3. Voor u is er niets veranderd op 31 december 2020.

Belasting betalen in box 1 over uw saldolijfrente

Had u op 31 december 2020 een saldolijfrente, én maakte u gebruik van de overgangsregeling? Dan moet u over uw saldolijfrente belasting betalen in box 1. U betaalt belasting over de rente die u met uw saldolijfrente hebt opgebouwd op 31 december 2020. De rente berekent u door de waarde in het economische verkeer op 31 december 2020 te verminderen met het bedrag dat u voor uw saldolijfrente hebt betaald. Hebt u al uitkeringen uit uw saldolijfrente gehad, dan vermindert u het betaalde bedrag met het totaalbedrag van die uitkeringen. Is het totaalbedrag van de uitkeringen hoger dan het betaalde bedrag, dan betaalt u belasting over de waarde in het economisch verkeer van uw saldolijfrente op 31 december 2020.

U betaalt belasting als u aangifte 2020 hebt gedaan. U doet aangifte 2020 vanaf 1 maart 2021. U kunt in uw aangifte 2020 ervoor kiezen om belasting te betalen over uw saldolijfrente tegen een bijzonder tarief van 45%. Na 2020 valt uw saldolijfrente in box 3.

Saldolijfrente bij een professionele verzekeraar

Hebt u uw saldolijfrente afgesloten bij een professionele verzekeraar, dan krijgt u van hen een overzicht van uw saldolijfrente met alle gegevens die u voor uw aangifte 2020 nodig hebt. U ontvangt dit overzicht in de eerste maanden van 2021. Uw verzekeraar stuurt dit overzicht ook aan ons.

Op het overzicht van uw saldolijfrente staan:

  • de uitkeringen die u tot 31 december 2020 hebt gehad
  • het bedrag dat u voor uw saldolijfrente hebt betaald
  • de waarde in het economisch verkeer op 31 december 2020.
    Hierbij houdt uw verzekeraar rekening met de waarde van uw toekomstige uitkeringen na 31 december 2020.

Let op!

Is het totaalbedrag van uw uitkeringen op 31 december 2020 hoger dan het betaalde bedrag? Dan betaalt u belasting over de waarde in het economisch verkeer op 31 december 2020. Op het overzicht van uw verzekeraar staat dan:

  • uitkeringen die u tot 31 december 2020 hebt gehad: € 1
  • het bedrag dat u voor uw saldolijfrente hebt betaald: € 1

Hoe berekent uw verzekeraar de waarde in het economisch verkeer?

Uw verzekeraar berekent de waarde in het economisch verkeer op de manier die wij voorschrijven. Daarbij houdt uw verzekeraar rekening met allerlei factoren die invloed hebben op de waarde, zoals:

  • toekomstige uitkeringen uit uw saldolijfrente
  • de statistisch gemiddelde levensverwachting van een verzekerde
  • de waarde op 31 december 2020 van uw uitkeringen in latere jaren

Niet eens met de waarde die uw verzekeraar opgeeft?

Uw verzekeraar berekent de waarde van uw saldolijfrente op de manier die wij voorschrijven. Door persoonlijke omstandigheden kan het zijn dat u vindt dat deze waarde anders moet zijn dan de waarde die uw verzekeraar opgeeft. Bijvoorbeeld omdat uw levensverwachting anders is dan de statistisch gemiddelde levensverwachting van iemand van uw leeftijd.

Als u vindt dat voor u een andere waarde geldt, geef die andere waarde dan aan in uw aangifte inkomstenbelasting 2020 die u vanaf 1 maart 2021 kunt doen. U moet dit wel goed kunnen onderbouwen aan ons. Vraag eventueel advies aan uw adviseur.

Wilt u vóórdat u aangifte 2020 doet al zekerheid over de afwijkende waarde van uw saldolijfrente op 31 december 2020? Dan kunt u een verzoek tot vooroverleg doen bij uw belastingkantoor. Vermeld in uw verzoek dat u vooroverleg wilt over de ‘afrekening saldolijfrente’ en geef ook alvast de onderbouwing van de waarde van uw saldolijfrente.

Saldolijfrente bij een niet-professionele verzekeraar

Hebt u een saldolijfrente afgesloten bij een niet-professionele verzekeraar, of bent u een saldolijfrente overeengekomen zonder tussenkomst van een professionele verzekeraar? Dan moet u de rente die u met uw saldolijfrente hebt opgebouwd zelf uitrekenen. De rente berekent u door de waarde in het economische verkeer op 31 december 2020 te verminderen met het voor uw saldolijfrente betaalde bedrag. Hebt u al uitkeringen uit uw saldolijfrente gehad, dan vermindert u het betaalde bedrag met het totaalbedrag van die uitkeringen. Is het totaalbedrag van de uitkeringen hoger dan het betaalde bedrag, dan betaalt u belasting over de waarde in het economisch verkeer van uw saldolijfrente op 31 december 2020. Vraag eventueel advies aan een adviseur.

Wilt u vóórdat u aangifte 2020 doet al zekerheid over de waarde van uw saldolijfrente op 31 december 2020? Dan kunt u een verzoek tot vooroverleg doen bij uw belastingkantoor. Vermeld in uw verzoek dat u vooroverleg wilt over de ‘afrekening saldolijfrente’ en geef ook alvast de onderbouwing van de waarde van uw saldolijfrente.

Bij de berekening van de waarde in het economisch verkeer, accepteren wij als berekening in ieder geval de zogenoemde ‘netto-contante-waardemethode’. Hierbij herrekent u de toekomstige uitkeringen naar de waarde op 31 december 2020 met de dan geldende rekenrente en overlevingstabel (prognosetafel). De rekenrente is het zogenoemde U-rendement plus 0,5%.

Rekenvoorbeelden

Voorbeeld 1: Belasting betalen in box 1 over uw saldolijfrente

U hebt in 1988 (omgerekend naar euro’s) € 100.000 betaald voor uw saldolijfrente. Vanaf 2013 krijgt u uit uw saldolijfrente een uitkering van € 20.000 per jaar, voor een periode van 10 jaar, zolang u in leven bent op de uitkeringsdatum. Na 5 jaar (periode 2013 tot en met 2017) hebt u € 100.000 als uitkering ontvangen. Dat is evenveel als het bedrag dat u in 1988 hebt betaald voor de saldolijfrente.

Dit betekent voor u:
  • Over de uitkeringen die u vanaf 2018 ontvangt, betaalt u belasting in box 1.
  • Nadat u aangifte 2020 hebt gedaan, betaalt u belasting in box 1 over de waarde in het economisch verkeer van uw saldolijfrente op 31 december 2020. Het totaalbedrag van uw uitkeringen op 31 december 2020 is namelijk hoger dan het betaalde bedrag.


Uitleg bij voorbeeld 1

In dit voorbeeld betaalt u belasting over de waarde in het economisch verkeer op 31 december 2020. U ontvangt vanaf 2021 nog 2 jaar een uitkering uit uw saldolijfrente van € 20.000 per jaar, maar alleen als u op de jaarlijkse uitkeringsdata nog in leven bent. U kunt in totaal dus maximaal € 40.000 als uitkering ontvangen uit uw saldolijfrente. Maar dit betekent niet automatisch dat de waarde in het economisch verkeer op 31 december 2020 ook gelijk is aan die € 40.000. Er is namelijk nog geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat u eerder komt te overlijden (sterftekans). En ook niet met het feit dat een uitkering in latere jaren niet dezelfde waarde heeft op 31 december 2020. Daarom herrekent uw verzekeraar de waarde van de uitkeringen die u pas in de toekomst krijgt, naar de waarde op 31 december 2020. Dat doet de verzekeraar met het rentepercentage (rekenrente) dat op 31 december 2020 is voorgeschreven, en rekening houdend met de statistische sterftekansen.

Voorbeeld 2: Berekening van het te belasten bedrag op 31 december 2020

Uw verzekeraar geeft € 80.000 op als de waarde van uw saldolijfrente op 31 december 2020. Bij de berekening van die waarde heeft uw verzekeraar rekening gehouden met de waarde van uw toekomstige uitkeringen, en de kans dat u deze uitkeringen ook ontvangt (sterftekans). Uw verzekeraar gebruikt hierbij de rekenrente die op 31 december 2020 is voorgeschreven. U hebt in 1990 een koopsom gestort van € 25.000, en u hebt al € 20.000 aan uitkeringen ontvangen. Het bedrag van € 80.000 vermindert u dan met € 5.000 (€ 25.000 -/- € 20.000). Het te belasten bedrag komt dan op € 75.000.

Vanaf uw aangifte 2021 geeft u de saldolijfrente aan in box 3

Met ingang van 2021 geeft u de waarde van uw saldolijfrente aan in box 3. Hebt u de saldolijfrente afgesloten bij een professionele verzekeraar? Dan geeft die de waarde van uw saldolijfrente in box 3 aan ons door. Wij vullen de waarde in box 3 in uw aangifte vooraf in.

Let op!

Hebt u een lijfrente waarvan u de premies helemaal of gedeeltelijk kon aftrekken volgens de voorwaarden? Dan valt die lijfrente in box 1. Dit geldt bijvoorbeeld voor lijfrenten die u hebt afgesloten bij een bank. Over deze lijfrente hoefde u op 31 december 2020 geen belasting te betalen. Het maakt hierbij niet uit of u de premie wel of niet hebt afgetrokken.

Hoe geeft u uw lijfrente in box 3 aan vanaf uw aangifte 2021?

In uw aangifte 2021 en later vult u uw lijfrente in box 3 in onder 'andere bezittingen’. De berekening van de waarde van deze lijfrente hangt af van het soort uitkering:

  • De periodieke uitkering is uitsluitend afhankelijk van een leven.
  • De periodieke uitkering is niet uitsluitend afhankelijk van een leven, maar vervalt ook na een bepaalde tijd.
  • De periodieke uitkering is niet afhankelijk van een leven.

In de aangifte staat hoe u de waarde van uw saldolijfrente berekent.

Javascript staat uit in deze internetbrowser. U moet Javascript activeren om onze internetsite te zien.